Column: Lief dagboek

Elke dag voltrekt zich hetzelfde ritueel. Ik sta op, ga op de bank liggen en ik doe verder niks. Ik hoef ook niks, alles wordt voor me gedaan. Later op de dag, in de avond, als de vrouw des huizes het eten heeft klaargemaakt, ga ik eten en weer op de bank liggen. Drinken doe ik de hele dag door.

De wereld is groot. Heel groot. Wel zo’n twintig vierkante meter. Tussen de rozenperkjes en lelijke gele bloemen, ruikt het verrukkelijk naar buurvrouw. Die lange, slanke dame, met een enorme snor. Wat ben ik daar jaloers op, op die snor! Ik lig graag op dat plekje, in de schaduw. Niet alleen omdat het een lekker plekje is, het is niet ver lopen naar de wc. Als ik moet poepen, hoef ik maar een paar stappen te doen om mijn drol te draaien tussen de azolea’s en Monstermoederkruit. Of zoiets. Na de behoefte wel even het drolletje begraven, anders gaat het allemaal zo stinken.

Soms, als het me te ver lopen is, poep ik in de tuin van de buren. Tja, ik moet het toch ergens kwijt? Alleen doe ik het niet in de tuin van de achterburen, daar kom ik nooit. Die hebben zo’n enge, lelijke hond. Ik houd niet van honden. Die kwijlende, onderdanige vierpoters… Vierpoters, ja! Daarentegen vind ik fladderende, zoemende of kleine, piepende beetjes bijzonder interessant. Ook zwemmende visjes in vijvers, vooral die van twee straten verderop, ik mag er graag naar kijken. Ik had laatst een visje uit die vijver bij ons voor de deur gelegd. Begrijp nog steeds niet waarom dat vrouwtje in mijn huis daar nou zó boos over moest worden. Ach, ze heeft het ook zo druk met er voor mij te zijn. Me te aaien. En me te beminnen…

3 gedachten over “Column: Lief dagboek”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail naar [email protected].

Scroll naar boven