Ik ben niet zo van het fietsen. Ik kan het ook gewoon niet zo goed. Niet dat ik er af val ofzo, maar ik heb er gewoon geen gang in zitten. Al toen ze kleuters waren moest ik mijn kinderen manen niet zo hard te gaan, omdat mama ze niet bij kon houden. Daarnaast zie ik ook allerlei gevaren, waardoor ik bij gezinsuitjes op de fiets niet alleen 20 meter achter mijn gezin fiets, maar ook nog hysterisch zit te gillen: “Kijk uit! Niet zo dicht bij dicht bij de stoeprand!” Maar ook weer “aan de kant blijven!” “Auto!” enz. Dit tot groot verdriet van Mijn Lief. Want het is zijn passie en hij wil de ervaringen graag met mij delen.
Dus ik probeer het toch. En de afgelopen vakantie op de Veluwe werd er een fietstocht gecombineerd met avontuur. Wilde zwijnen spotten met de boswachter. Althans dat was mijn interpretatie. De boswachter bleek een gids. Maar wel in boswachterstenue. Hoewel mijn fantasie van te voren op hol geslagen was over een stoere ruige knappe natuurman, bleek dat bij kennismaking volkomen misplaatst. Frans riep direct associaties op met Paulus de Boskabouter, die ik als kind al weinig enerverend vond. Hij was van het type natuurgenieter, die meer met bomen en dieren heeft dan met mensen. Oogcontact werd, zeker in het begin, door Frans gemeden.
Direct maakte Frans de regels duidelijk. Wilde het een geslaagde avond worden, dan mocht er niet gepraat, gesnoept of gerookt worden. Geen onredelijke eisen op zich als je het bos in gaat om wild te zien. Maar het zette wel meteen de toon vond ik. Het zou geen dolle boel worden. Het was dan ook niet de bedoeling om, als het wel leuk zou worden, dit te melden op social media. Want Frans vond het niet fijn als er de hele avond geïnternet zou worden vanaf de smartphones. Ok, 3 uur zou me dat wel lukken. Maar al snel rezen bij mij de vraagtekens wanneer ik dat dan had moeten doen. Want geheel ten onrechte was ik uitgegaan van een gemoedelijke fietstocht. Frans bleek er namelijk wel enorm de gang in te hebben. Het werd een 3 uur durende race over zanderige bospaden en grasvelden. Het had meer weg van topsport dan vakantie.
Het is een heel groot wonder dat mijn stadsfiets, die vinexpaden gewend is, de tocht door modderige kuilen en met takken bezaaide paden overleefde. De fiets van Mijn Lief is daar op voorbereid en werd door Frans ook meteen als zodanig herkend. “Mooi fietsje heb je daar, veel duurder zijn ze er ook niet denk ik”, was Frans zijn manier om waardering uit te spreken en het ijs te breken.
Ik was zo druk met mijn fiets recht houden en de groep bijhouden dat ik niet eens tijd had om te internetten of te gillen naar mijn kinderen. Als dat al had gemogen deze avond.
Maar Frans had er geen moeite mee. En een instinct voor de beste plekjes. Hij wist precies waar we moesten stoppen om met de door hem uitgedeelde verrekijkers imposante wilde zwijnen en hun biggekinderen te zien. Mijn kinderen genoten. En ik stiekem ook. Want op de plekken waar Frans ons bracht, zou ik normaal niet gekomen zijn. Zeker niet vlak voor zonsondergang in een onbekend bos. Mijn Lief vond de verrekijker om zijn nek niet ideaal, dus die stopte ik in mijn fietstas. Dat vond Frans bij de volgende stop geen prettige bevinding. “Een verrekijker moet u nooit in de fietstas doen.” En hij legde uit waarom niet. De details van de les over de techniek van een verrekijker zal ik u besparen. Maar ik voelde me als een schoolmeisje dat op schoolreis berispt wordt door de hoofdmeester.
Nog nooit heb ik iemand zo zien glimmen bij het zien van wilde zwijnen als Frans. “Mooi hè, hoe ze gewoon hun gang gaan,” sprak hij liefdevol. En ik kende hem nog niet zo lang, maar begreep waarom hij juist dat zo waardeerde in de dieren. Dat is wat Frans ook deed: gewoon zijn eigen gang gaan. Keihard doorfietsen en later wel zien of de hele groep hem bij had kunnen houden. Met zijn “zullen we weer rustig verder fietsen?” doelde hij niet op het fietstempo wat een tandje lager zou worden. Maar op het weer met rust laten van de wilde zwijnen.
Volkomen uitgeput en met klotsende oksels, maar zeer voldaan van het opgedane natuurschoon, nam de groep uiteindelijk afscheid van Frans. En Frans, die nam alle verrekijkers weer in, en deponeerde ze doodleuk in zijn fietstas. Zijn fietstas!? Ik was te uitgeput en te verbouwereerd om nog iets te vragen over de techniek van de verrekijker en waarom ik die ook al weer nooit in een fietstas moest stoppen.
Ingrid Koppelaar
Fijn dat jullie het voorwerk voor ons hebben gedaan, zodat wij die toch niet hebben hoeven te doen..:)
Haha Aad ;-), toch was het een ervaring die ik niet had willen.missen