Onder het toeziend oog van een handjevol belangstellenden en aanstaande bewoners werden enkele, twee verdiepingen tellende waterwoningen te water gelaten en op hun definitieve plek gemanoeuvreerd. De gevaartes zijn circa twaalf-en-een-halve meter lang, zes meter breed en wegen zo’n 100.000 kilo. Alles werd volgens een nauwgezet plan geheel naar wens uitgevoerd en na de tewaterlating van de eerste woning stond direct de volgende al klaar om in de takels van een kraan met een capaciteit van 500 ton te water te gaan.
In Terwijde, Leidsche Rijn, zullen aan de Jule Stynestraat uiteindelijk veertien van dergelijke woningen worden afgemeerd. De drijvende woonhuizen vertegenwoordigen per stuk een waarde van ruim boven de driehonderdduizend euro. De houten opbouw van deze woningen rust op een betonnen casco, de tussenvloeren zijn van zogenaamd ‘lichtbeton’ waarin de leidingen en vloerverwarming zijn weggewerkt. Mede door het drijvend terras zijn de woningen bijzonder te noemen.
Het laatste deel van de route die de watervilla’s moesten afleggen voerde over rijksweg A2. Om de uiteindelijke ligplaats te bereiken is een tijdelijke weg en brug aangelegd, zodat het Convoi Exceptionnelle niet de wijk hoefde te doorkruisen. Kopers konden tijdens de bouw de vorderingen gadeslaan in de fabriek op Urk vanwaar hun woning via het IJsselmeer en het Amsterdam-Rijnkanaal op transport is gegaan naar de plaats waar ze op diepladers zijn gehesen om op weg te gaan naar hun uiteindelijke ligplaats in Leidsche Rijn.
Foto’s: Hans Peter van Rietschoten